dinsdag 24 november 2015

Faalangst

Ineens moest ik vanochtend denken aan mijn middelbare school periode.
Hoe hard ik ook mijn best deed, het lukte me niet om aan de gestelde verwachtingen om me heen te voldoen.
Ik heb het over faalangst.
Ik stond daar niet alleen in. Ik kreeg huiswerkklassen en daarin werd al snel opgemerkt dat ik faalangst had.
En de eerste training vond plaats.
We moesten in een groep een soort collage maken. Er lagen overal tijdschriften en een onderwerp kregen we niet. Het mocht gaan over wat we maar wilden.
Vanochtend werd ik wakker met dezelfde paniek die ik toen ervoer. Alsof ik ergens diep faalde en de angst verstijfde me zo erg dat ik dacht niets meer te kunnen en niets meer waard zou zijn.
De kern van mijn probleem destijds is dat ik me gaande weg in mijn jonge leventje wijs had gemaakt dat ik dom was. Niet intelligent genoeg om te voldoen en daardoor minder dan anderen.
Dat een simpele faalangsttraining voor pubers niet werkte is dan achteraf gezien niet zo vreemd, omdat ik me ook niet echt heel positieve trucjes aangeleerd had, waarin ik meer zelfwaardering kreeg en meer waardering voor mijn eigen kunnen.
Als ik nu om me heen kijk zie ik hoe faalangst bij sommige mensen omgeslagen is in een soort angststoornis, waarin ze volledig verstijven als er keuzes gemaakt moeten worden.
En als je twee mensen in een relatie stopt die allebei bang zijn om te falen…. dan slepen ze hoogst waarschijnlijk elkaar mee in die val. Omdat ze elkaar bevestigen in het niet voldoen.
In de tijd dat ik een faalangst training volgde was ik me totaal niet bewust van mezelf. Dus ik snapte of herkende ook heel veel dingen niet.
Mijn pubertijd staat me dan ook heel wazig voor me. Een soort mist waar ik het liefst onzichtbaar doorheen fietste.
Maar ik wilde wel voldoen.
Ik wilde erbij horen.
Ik wilde perfect zijn.
Perfect in mijn schoolwerk, perfect in mijn muziek, perfect in mijn omgang met anderen.
Achteraf gezien doodvermoeiend, omdat ik mezelf volledig voorbij liep.
Een aantal jaren later belandde ik in een relatie, waarin eigenlijk alleen maar bevestigd werd dat ik niet voldeed.
De ander vond dat ik bepaalde dingen moest weten, die ik niet wist en ik voelde me tijdens die relatie steeds kleiner worden, omdat ik ook niet wist waar ik moest zoeken.
De dingen die ik wel goed deed en waar mijn talenten lagen werden niet bevestigd, maar afgedaan als, maar dat is normaal. Jij bent niet normaal… jij bent dom…
En het gekke was, dat ik in plaats van alarmbellen een soort bewondering kreeg voor hem, omdat hij al die dingen wel wist. Dingen die voor anderen om me heen schijnbaar belangrijk waren en waar ik niets om gaf, waren ineens dingen waar ik me dan op ging richten.
Het maffe was, dat als er wel een compliment werd gegeven ik het niet eens hoorde. Ik had mezelf helemaal afgeschermd in een soort negatieve herhalende woordenregen die regelmatig echoden in mijn hoofd. Ik ben dom. En iedereen om me heen is beter dan ik.
Als ik daar nu op terug kijk dan kan ik me niet meer voorstellen dat ik zo was.
Maar die angst om mezelf te zijn, verlamde me. En soms heel soms komt ze nog wel eens om de hoek kijken, maar niet meer in die verlammende emotie gelukkig. En in de loop der jaren heb ik wel leren relativeren en heb ik dwars door angsten heen moeten gaan om te ervaren dat onderuit gaan niet het einde van de wereld betekend.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten